Castreren en steriliseren

Bij Dierenkliniek Koningsweg kunt u terecht voor castratie van reu en teef

Bij Dierenkliniek Koningsweg kunt u terecht voor castratie van reu en teef. In de volksmond wordt de term sterilisatie voor teven gebruikt en castratie voor reuen, maar in feite zijn het twee verschillende soorten ingrepen.

Castratie van de teef

Bij Dierenkliniek Koningsweg kunt u terecht voor castratie van uw teef. In de volksmond wordt de term sterilisatie voor teven gebruikt en castratie voor reuen, maar in feite zijn het twee verschillende soorten ingrepen.

Bij sterilisatie worden de eileiders of zaadstrengen afgebonden en doorgeknipt en worden de voortplantingsorganen niet verwijderd. Bij castratie worden de hormonale voortplantingsorganen in zijn geheel verwijderd. Bij teven worden dan de eierstokken verwijderd (ovariëctomie) en in een enkel geval worden zowel de eierstokken als (een deel van) de baarmoeder verwijderd (ovariohysterectomie).

Heeft u geen fokplannen met uw hond dan is het voor de gezondheid van uw hond het verstandigst om haar te laten steriliseren. Op internet kunt u een veelheid aan informatie vinden over loopsheid en sterilisatie die elkaar met regelmaat tegenspreekt en ervoor kan zorgen dat u door de bomen het bos niet meer ziet. Dit artikel biedt u daarom de juiste, diergeneeskundige, informatie.

Cyclus van de teef

De eerste loopsheid van de teef treedt meestal rond 6-9 maanden leeftijd op. Zeker bij grotere rassen kan het echter zijn dat het (veel) later optreedt (tot zelfs 18 maanden leeftijd). De eerste fase van loopsheid kenmerkt zich door een gezwollen vulva, rode uitvloeiing uit de vulva (die soms niet opvalt als de teef zich frequent schoonlikt!) en gedragsveranderingen waaronder onrust, humeurigheid en minder goed luisteren. Daarnaast tonen reutjes duidelijk interesse, maar is er nog geen dekbereidheid van het teefje. Deze fase duurt gemiddeld 9 dagen (3-17 dagen). Tijdens de tweede fase van de loopsheid die meestal ook een dag of 9 (3-21 dagen) aanhoudt, verandert de uitvloeiing iets van kleur en wordt deze helderder. De teef is in deze periode dekbereid en zal blijven staan en haar staart opzij houden bij toenadering van een reu. Dit is de fase waarin de eisprong optreedt. Na de loopsheid treedt een fase op die 2 maanden aanhoudt en waarin soms schijndracht wordt gezien. Na deze periode treedt een rustfase van enkele maanden op, voordat de volgende loopsheid optreedt. Op enkele rassen na die slechts 1x per jaar loops zijn, hebben de meeste honden 2 cycli per jaar.

Belangrijke redenen waarom sterilisatie noodzakelijk is

Gesteriliseerde teven leiden een langer en een gezonder leven dan ongesteriliseerde teven!

Onderstaand een uitleg over de belangrijkste redenen voor sterilisatie:

Melkkliertumoren en baarmoederontsteking

Vrouwelijke hormonen leiden bij veel teven tot de ontwikkeling van melkkliertumoren. Hoe eerder een teefje wordt gesteriliseerd, hoe kleiner het risico op melkkliertumoren.

De cycli van hormonen bij ongesteriliseerde teven leiden daarnaast op den duur tot veranderingen in de baarmoeder, waardoor deze veel gevoeliger wordt voor infectie. Het gevolg is een groot risico op een ernstige baarmoederontsteking, die alleen kan worden behandeld door middel van een spoedoperatie waarbij de gehele baarmoeder wordt verwijderd. Sterilisatie van een teef voorkomt baarmoederontsteking.

Bij ongesteriliseerde teven, gemeten tot een leeftijd van 10 jaar oud, is aangetoond dat maar liefst 30% melkkliertumoren en/of een baarmoederontsteking ontwikkelt! Zou er gekeken zijn naar teven tot een leeftijd van bijvoorbeeld 12 of 14 jaar, dan zou dit percentage nog vele malen hoger zijn. Ongesteriliseerde teven van grote hondenrassen hebben zelfs een nog veel grotere kans - ongeveer 60-75% !! - op de ontwikkeling van melkkliertumoren en/of baarmoederontsteking. Alle reden dus om uw hond te laten steriliseren.

Suikerziekte

De hormoonspiegels tijdens de cycli van ongesteriliseerde teven kunnen leiden tot suikerziekte. Deze aandoening treedt meestal voor het eerst vanaf een aantal weken  na de loopsheid op en wordt onder andere gekenmerkt door veel drinken en veel plassen. Gesteriliseerde teven lopen het risico op deze hormoon-gerelateerde suikerziekte niet!

Loopsheid, schijndracht en ongewenste dracht

Door een hond te laten steriliseren treedt loopsheid, met bijbehorende ongemakken voor u en uw hond, niet meer op. Daarnaast behoort ook schijndracht na sterilisatie tot de verleden tijd. Tot slot voorkomt u ongewenste dekking en daarmee dracht en puppies. Indien u geen fokplannen heeft is sterilisatie dan ook een verstandige keus.

Nadelen van sterilisatie

Sterilisatie van een teef kent ook enkele nadelen, waarvan het goed is om op de hoogte te zijn. Sterilisatie leidt echter, ondanks deze nadelen, toch tot een langer en gezonder leven van uw hond en is dan ook absoluut te prefereren boven het niet laten steriliseren.

Urine-incontinentie

De sluitspier van de blaas kan als gevolg van de sterilisatie minder goed gaan functioneren, waardoor in meer of mindere mate urine-incontinentie kan ontstaan. Dit kan direct na de operatie optreden, maar ook pas vele jaren later. Er bestaat medicatie om de sluitspier van de blaas beter te laten functioneren.

Het is lastig om exact te voorspellen hoe groot het risico op deze complicatie is voor uw hond, maar er zijn enkele risicofactoren bekend:

  • Het risico op incontinentie stijgt flink in geval van overgewicht! Deze risicofactor heeft u gelukkig zelf in de hand.
  • Hondenrassen met een volwassen lichaamsgewicht boven de 20 kilogram hebben een beduidend grotere kans op urine-incontinentie na sterilisatie dan kleinere hondenrassen. Door teven die in deze categorie vallen pas te steriliseren ná de eerste loopsheid wordt dit risico gereduceerd.
  • Afgezien van het lichaamsgewicht hebben enkele hondenrassen een verhoogde kans op de ontwikkeling van incontinentie na sterilisatie. Dit zijn onder andere de Boxer, Dwergpoedel, Rottweiler, Dobermann, Riezenschnautzer, Ierse Setter, Bobtail en Weimaraner. Voor deze honden geldt dat het verstandig is om een eerste loopsheid af te wachten alvorens sterilisatie uit te voeren.

Vachtverandering

Bij bepaalde hondenrassen kan sterilisatie een ongewenste vachtverandering veroorzaken. Zeker bij honden met een halflange tot lange dubbele vacht kan sterilisatie leiden tot een pluizige (puppy-achtige) vacht. Enkele rassen waarbij dit wordt gezien zijn de Afghaanse windhond, de Cocker Spaniel en de Newfoundlander.

Gedragsverandering

Sterilisatie kan leiden tot een (beperkte) gedragsverandering. Doordat de hormoonspiegel verandert, kan een teefje rustiger worden of juist feller.

Veranderingen in de groei

Bij teefjes die voorafgaand aan de eerste loopsheid worden gesteriliseerd kunnen de groeischijven zich wat later sluiten, met als gevolg dat iets meer lengtegroei op kan treden bij deze honden. Ze kunnen daardoor hoger op de poten komen te staan, maar vaak is dit effect nauwelijks waarneembaar.

Overgewicht

Teven die gesteriliseerd zijn hebben vaak een grotere eetlust dan voorheen en hebben een langzamere stofwisseling. Ze worden dus eigenlijk efficiënter qua energieverbruik en hebben daardoor minder energie nodig. Het risico bestaat dus dat uw hond na sterilisatie te dik wordt.

Als we ons dit echter realiseren kunnen we een toename van gewicht na de operatie voorkomen door het dier simpelweg wat minder te gaan voeren. Een richtlijn hiervoor is ongeveer driekwart van de hoeveelheid voer die ze voorafgaand aan de operatie kreeg. Voor honden met (neiging tot) overgewicht kan het handig zijn om over te stappen op een professioneel dieetvoer, verkrijgbaar bij uw dierenarts. Met dit voer kan de voerbak tenminste nog aantrekkelijk gevuld worden, terwijl uw dier minder kilocalorieën binnenkrijgt. Daarnaast is de hoeveelheid eiwit voldoende voor het behoud van spieren en voelt uw dier zich prettig verzadigd door het verhoogde vezelgehalte.

Het is belangrijk dat u uw hond na sterilisatie regelmatig weegt om in de gaten te houden dat er geen overgewicht gaat optreden. U kunt uiteraard altijd bij uw dierenartsenpraktijk terecht voor de beoordeling van het gewicht van uw hond en voor een uitgebreid voedingsadvies!

Hormoonpreparaten onverstandig

Om loopsheid bij teven uit te stellen of te voorkomen bestaan hormoonpreparaten in pil- of in prikvorm. Het risico op aandoeningen zoals melkkliertumoren, baarmoederontsteking en suikerziekte blijft hierbij echter bestaan of neemt zelfs toe en het gebruik ervan dient dan ook zoveel mogelijk te worden beperkt. De toediening van deze middelen voorafgaand aan de eerste loopsheid heeft zeer schadelijke gevolgen en moet om deze reden worden vermeden!

Ideale leeftijd voor sterilisatie

Sterilisatie kan het beste worden uitgevoerd 2-3 maanden nadat de eerste loopsheid is opgetreden.

Hoe eerder een teefje wordt gesteriliseerd hoe groter de reductie van het risico op melkkliertumoren. Met iedere loopsheid neemt dit beschermende effect van sterilisatie af. Wordt een teefje na de leeftijd van 2,5 jaar gesteriliseerd, dan is het beschermende effect van sterilisatie op kwaadaardige melkkliertumoren helaas verdwenen, het beschermende effect op goedaardige melkkliertumoren houdt echter ook na deze leeftijd aan. Voor de preventie van onder andere baarmoederontsteking en suikerziekte blijft sterilisatie levenslang belangrijk!

Mijn hond is loops geworden – kan de sterilisatie dan wel doorgaan?

Nee, het is zeer onverstandig om een teefje tijdens de loopsheid te steriliseren. Gedurende de loopsheid zijn de eierstokken en de baarmoeder veel forser doorbloed, waardoor het risico op bloedingen tijdens de operatie sterk toeneemt. Daarnaast is de kans groot dat, aansluitend aan sterilisatie uitgevoerd tijdens de loopsheid, gedurende een lange periode schijndracht optreedt. Is uw hond loops geworden, dan zal 2-3 maanden moeten worden gewacht voordat de operatie kan worden uitgevoerd.

Verwijdering van alleen de eierstokken of de gehele baarmoeder?

Bij dieren op jonge leeftijd kan bijna altijd worden volstaan met het verwijderen van alleen de eierstokken. Bij oudere dieren en/of als de baarmoeder er afwijkend uit ziet kan het verstandig zijn om niet alleen de eierstokken, maar ook de baarmoeder te verwijderen. De operatie neemt in dat geval meer tijd in beslag, de buikwond zal groter worden en de ingreep zal iets meer belastend zijn voor uw hond. Wij zullen u informeren over welke ingreep bij uw hond noodzakelijk is.

Gewone sterilisatie of laparoscopische sterilisatie

De meest bekende manier van sterilisatie maakt gebruik van een snede in de buikwand, waarbij de eierstokken handmatig worden opgezocht en verwijderd. Naast deze techniek bestaat ook de mogelijkheid tot laparoscopische sterilisatie, waarbij de eierstokken via een kijkoperatie worden verwijderd. Vraag ons gerust om uitleg over de voor- en nadelen van beide technieken. Samen met ons kunt u vervolgens een keuze maken voor een van deze twee technieken.

Castratie van de reu

De meeste reuen worden seksueel actief op een leeftijd van een half jaar tot een jaar en dit is dan ook vaak het moment dat castratie ter sprake komt. De fokker, de buurman, de hondenschool, het pension, de trimmer, de dierenwinkel …. als het om castratie van honden gaat heeft iedereen een (vaak uiteenlopende) mening! Daarnaast is op internet helaas veel foutieve informatie te vinden. Dit artikel biedt u daarom de juiste, diergeneeskundige, informatie over castratie van uw hond.

Redenen voor castratie?

Gedragsproblemen

Overmatig seksueel gedrag zoals rijden op andere dieren, knuffels of mensen en het vertonen van obsessief gedrag als de reu een loops teefje ziet of ruikt, maar ook erg dominant gedrag kunnen het gevolg zijn van de testosteronspiegel in het bloed.

Uiteraard wordt het gedrag van uw hond voor een deel bepaald door het gehalte aan testosteron, maar wat het precieze effect van dit hormoon op het gedrag van uw hond is, is niet altijd even duidelijk. Bij veel mensen bestaat het idee dat gedragsproblemen als sneeuw voor de zon verdwijnen op het moment dat hun hond wordt gecastreerd en het testosterongehalte daalt. Helaas is dit vaak niet het geval!

Als testosteron gerelateerd probleemgedrag enige tijd bestaat, dan is de kans groot dat dit gedrag een vast patroon is geworden bij de hond en dat hiervoor geen testosteron meer nodig is. Castratie heeft dan niet of nauwelijks effect op het probleemgedrag. Meer dan 1 op de 4 honden vertoont na castratie nog steeds seksueel gedrag!

Daarnaast is niet al het probleemgedrag testosteron gerelateerd en kunnen bij sommige honden juist gedragsproblemen ontstaan of verergeren na castratie!

Goede training van uw hond bij een hondengedragsdeskundige is dan ook de beste aanpak van gedragsproblemen. Afhankelijk van de inschatting van de gedragsdeskundige en de dierenarts en/of het verloop van de training kan wel worden besloten dat castratie verstandig is als aanvullende aanpak.

Voorhuidontsteking

Veel reuen krijgen ermee te maken zodra ze seksueel actief worden: een bacteriële ontsteking van de voorhuid waarbij groengelige pussige uitvloeiing ontstaat. Wij kunnen nagaan of aan deze ontsteking geen anatomische afwijkingen aan de voorhuid of penis ten grondslag liggen. Vaak zijn er echter geen afwijkingen aanwezig. De voorhuid kan worden schoongemaakt met een speciale antibacteriële reiniger, bij ons verkrijgbaar. Het schoonmaken met alleen water heeft vaak onvoldoende of zelfs averechts effect.

Castratie kan leiden tot het verminderen of zelfs volledig verdwijnen van dit vervelende probleem, maar helaas geldt dit niet voor alle reuen. Het uitvoeren van een chirurgische castratie omwille van een voorhuidontsteking, zonder dat (door tijdelijke, chemische castratie) bekend is of het probleem door de castratie zal verdwijnen, is dan ook niet altijd verstandig.

Prostaatproblemen

De prostaat neemt in omvang toe zodra reuen ouder worden. Dit is een geheel normaal proces en resulteert slechts bij een beperkt aantal dieren op oudere leeftijd in problemen. Preventie van veranderingen in de prostaat is dan ook geen reden om uw reu te castreren. Mochten zich prostaatproblemen voordoen, dan kan op dat moment besloten worden tot castratie.

Nadelen van castratie

Gedragsveranderingen

Castratie kan een grote impact hebben op het gedrag, zowel in positieve als helaas ook in negatieve zin! Uitgebreid overleg met een dierenarts en/of een hondengedragsdeskundige over het vermoedelijke effect van castratie op uw hond is dan ook verstandig. Testosteron kan bijvoorbeeld angstige honden net dat beetje zelfvertrouwen geven dat ze nodig hebben. Het castreren van een dergelijke hond kan de angstigheid doen toenemen en kan daarmee angstagressie doen ontstaan of verergeren.

Vachtveranderingen

Bij bepaalde hondenrassen kan castratie een ongewenste vachtverandering veroorzaken. Zeker bij honden met een halflange tot lange dubbele vacht kan dit leiden tot een pluizige vacht.

Overgewicht

Honden die gecastreerd zijn hebben vaak een grotere eetlust dan voorheen en hebben een langzamere stofwisseling. Honden worden dus eigenlijk efficiënter qua energieverbruik en hebben daardoor minder energie nodig. Het risico bestaat dus dat uw hond na castratie te dik wordt.

Als we ons dit echter realiseren kunnen we een toename van gewicht na de operatie voorkomen door het dier simpelweg wat minder te gaan voeren. Een richtlijn hiervoor is ongeveer driekwart van de hoeveelheid voer die het dier voorafgaand aan de operatie kreeg. Voor honden met (neiging tot) overgewicht kan het handig zijn om over te stappen op een professioneel dieetvoer, verkrijgbaar bij uw dierenarts. Met dit voer kan de voerbak tenminste nog aantrekkelijk gevuld worden, terwijl uw dier minder kilocalorieën binnenkrijgt. Daarnaast is de hoeveelheid eiwit voldoende voor het behoud van spieren en voelt uw dier zich prettig verzadigd door het verhoogde vezelgehalte.

Het is belangrijk dat u uw hond na castratie regelmatig weegt om in de gaten te houden dat er geen overgewicht gaat optreden. U kunt uiteraard altijd bij uw dierenartsenpraktijk terecht voor de beoordeling van het gewicht van uw hond en voor een uitgebreid voedingsadvies!

Castratie op 2 manieren mogelijk

Als er goede redenen bestaan voor castratie van uw hond, dan kan de reu vanaf een leeftijd van 6 maanden worden gecastreerd.

1. Chirurgisch castreren

Bij een chirurgische castratie worden, uiteraard onder narcose, beide testikels van de hond verwijderd. Aangezien de zaadleiders niet in zijn geheel worden weggenomen, is een reu na de castratie nog gedurende korte tijd vruchtbaar. In deze periode van ongeveer 2 weken kan hij dus nog een teefje drachtig maken. De testosteronspiegel in het bloed is niet meteen laag na afloop van de operatie, deze hormonen hebben enkele weken de tijd nodig om te dalen.

2. Chemisch castreren

Een reu kan niet alleen gecastreerd worden op bovenstaande, onomkeerbare, chirurgische methode, maar ook op een tijdelijke, chemische manier. Hierbij wordt er een hormoon-implantaat onderhuids ingebracht met behulp van een injectienaald, vergelijkbaar met het inbrengen van een identificatiechip. Het plaatsen van het implantaat kan gewoon in de spreekkamer gebeuren en aangezien het implantaat vanzelf oplost, is verwijdering na afloop van de werkzame periode niet nodig.

Van dit type implantaat bestaan 2 doseringen, waarbij het kleine en het grote implantaat een werkingsduur hebben van minimaal 6 maanden respectievelijk minimaal 12 maanden. Bij sommige reuen kan het effect echter aanzienlijk langer aanhouden! Zodra het implantaat uitgewerkt raakt kan het u opvallen dat de testikels (die klein en zacht waren tijdens de chemische castratie) weer groeien tot hun oude omvang. In de eerste 2 weken (soms langer) na het plaatsen van het implantaat kan toename van testosteron gerelateerde klachten (bv. seksueel gedrag of dominant gedrag) worden gezien, daarna neemt de testosteronspiegel af. Onvruchtbaarheid treedt op 6-9 weken na inbrengen van het kleine implantaat en 9-12 weken na inbrengen van het grote implantaat op.

Het voordeel van chemisch castreren is dat u kunt kijken of castratie het gewenste effect heeft op uw hond (bijvoorbeeld verdwijnen van de voorhuidontsteking) en of er sprake is van nadelige effecten (verandering in gedrag en/of vachtveranderingen). Afhankelijk hiervan kunt u besluiten uw hond niet meer te castreren/ nogmaals chemisch te castreren/ chirurgisch te castreren. Het biedt dus een soort proefperiode! Daarnaast kan chemisch castreren ook ideaal zijn voor honden die we om medische redenen (bijvoorbeeld een ernstige hartaandoening) liever niet onder narcose willen brengen, maar die wel castratie nodig hebben.

Wij bieden een passend advies voor uw hond

Wij kunnen u, waar nodig in overleg met een hondengedragsdeskundige, in alle rust adviseren of het verstandig is om uw reu te laten castreren en of u daarbij het beste (eerst) kunt kiezen voor chemische castratie of direct voor chirurgische castratie. Schroom dus niet en vraag ons om een passend advies voor uw hond.

Terug naar Honden